NIEUWS UIT ARUBA

De kindertelefoon bestaat al 22 jaar op Aruba. In 1999 opgericht door een groep mensen die vooral een luisterend oor wilde bieden voor de kinderen op Aruba. Door de jaren heen zijn ze gaan professionaliseren en zijn samenwerkingen aangegaan, onder andere met Setar N.V., het Ministerie van Telecommunicatie, Biblioteca Nacional, het Central Bureau voor de Statistiek, het Ministerie van Onderwijs, Directie Sociale Zaken en Bureau Sostenemi.
We spreken met James Sneek, Directeur bij de kindertelefoon en samen met Sacha Geerman lid namens Aruba van de Interlandelijke Taskforce Kinderrechten. ‘Tweeëntwintig jaar later is de kindertelefoon elke dag bereikbaar en speelt het een centrale rol op het eiland,’ vertelt James, ‘en dan vooral in de preventieve sector.’ Kinderen en jongeren weten de kindertelefoon te vinden als doorverwijsstation maar ook op momenten dat ze simpelweg iets met iemand willen delen.
De kindertelefoon is op verschillende manieren te bereiken. Via telefoonlijn 131, via email en een chatsysteem, allemaal kosteloos en anoniem. In 2014 werd ook de app gelanceerd en dat bleek met meer dan 4000 downloads binnen een jaar een groot succes te zijn. Via de 131 app kunnen kinderen en jongeren ook contact zoeken met de mentoren van de kindertelefoon. Op de app kunnen ze kiezen uit 42 emoties, waardoor een mentor meteen weet hoe het contact gelegd moet worden. Ze kunnen daarna kiezen om te bellen, mailen of chatten. Op de app staat ook een kleine sociale kaart met organisaties die belangrijk kunnen zijn voor kinderen en jongeren. Behalve dat de app nuttig is voor kinderen, kunnen ze er ook spelletjes op spelen met de avatar van de app.
De kindertelefoon wil zoveel mogelijk voorkomen dat er problemen bij kinderen en jongeren ontstaan en werkt om deze reden pro-actief aan outreach. Dit hield voor de kindertelefoon in dat ze zich, naast de openingstijden van de kindertelefoon, zijn gaan richten op informatieverstrekking binnen de maatschappij. ‘Door de gesprekken met de kinderen en jongeren zijn wij goed op de hoogte van wat er onder hen speelt,’ zegt James. Aan de hand van de onderwerpen die vaker aan bod komen geeft de kindertelefoon daarom lezingen, workshops en trainingen op scholen, aan padvinderij, naschoolse opvangen, de Rotary, Kiwanis en meer. Per jaar bereiken ze hiermee gemiddeld 9000 kinderen, jongeren, ouders en professionals.
In 2020 gingen de scholen op 16 maart dicht en toen konden de lezingen, workshops en trainingen niet meer daar plaatsvinden. ‘We hebben ervoor moeten knokken om open te kunnen blijven,’ vertelt James, ‘maar na 3 meldingen van zelfmoordneigingen kregen we toestemming van het crisisteam.’ Daar kwam wel bij dat ze extra hygiëne-maatregelen moesten instellen, onder andere ook om de telefoontoestellen te reinigen bij wisseling van de shifts. Tijdens de lockdown heeft de kindertelefoon continu kunnen doorwerken en hebben ze daarnaast de kans genomen om alle lezingen digitaal te maken. Toen de scholen half mei weer opengingen, hebben ze meteen een workshop gegeven die ‘E Normal Nobo’ heette, Het Nieuwe Normaal. Met deze workshop heeft de kindertelefoon zich er vooral op gericht om kinderen en jongeren de ruimte te bieden te kunnen vertellen hoe ze de lockdown hadden beleefd. Ze bleken vooral moeite te hebben gehad met de mentale druk van onderwijs op afstand en het moeten missen van grootouders, vrienden en naschoolse activiteiten.
De kindertelefoon was al in samenwerking met St. Eustatius om te ondersteunen in het opzetten van de kindertelefoon daar, maar door de kleinschaligheid ter plaatse hebben ze ervoor gekozen om de meldingen van St. Eustatius op Aruba aan te nemen. In maart, april en mei van 2020 hebben ze via een emailadres de meldingen van die kinderen en jongeren ook aangenomen. Deze constructie is momenteel gepauzeerd in afwachting van samenwerking met de telefoondiensten van beide eilanden.
Voor 2021, staat op de planning om de app te updaten. ‘We willen dat kinderen die bijvoorbeeld analfabetisch of dyslectisch zijn toch contact met ons op kunnen nemen’ vertelt James, ‘vandaar dat we de optie willen invoeren dat er ook voice-notes naar ons gestuurd kunnen worden.’ Daarnaast zijn ze bezig de groep mentoren uit te breiden en nieuwe samenwerkingsprotocollen in te stellen met organisaties.
NIEUWS UIT BONAIRE

Als een van de onderwerpen van de Interlandelijke Taskforce Kinderrechten heeft het team van Bonaire het initiatief genomen om te werken aan vier pijlers met betrekking tot huiselijk geweld; opvang bieden aan slachtoffers van huiselijk geweld, deskundigheidsbevordering voor professionals, een hulplijn voor ondersteuning en wetgeving binnen justitie. Silvana Janga-Serfilia en Reginald de Palm vormen de Interlandelijke Taskforce Kinderrechten op Bonaire en we spraken met Ingrid Sealy, die de strijd tegen huiselijk geweld leidde, over de ontwikkelingen in 2020 en wat er op de planning staat voor 2021.
In 2020 lag de focus op het Meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is nog niet officieel gelanceerd, maar ze hebben al casussen behandeld via andere instellingen zoals crisisinterventies, waarbij ze voor veel slachtoffers onderdak hebben verzorgd en hen elders hebben kunnen plaatsen. Vrouwenopvangcentra zijn meestal vol, met weinig doorstroom, maar het team heeft alternatieve opvangcentra voor hun cliënten kunnen regelen. Sommige daarvan zijn ook buiten Bonaire geplaatst.
Het grootste deel van casussen zijn via de jeugdzorg of de politie bij hen ingediend, maar wat het team merkt is dat ook individuele personen het meldpunt leren kennen en gebruiken. Ze zijn van plan om later dit jaar de hotline en de website officieel te lanceren om het voor zowel individuele cliënten als professionals gemakkelijker te maken om hen te bereiken. Professionals kunnen bij het meldpunt terecht voor advies.
Vier professionals zijn opgeleid om de hotline te bemannen en zijn uitgerust om de inkomende oproepen af te handelen. Naast deze professionals hebben ze ook wat zij ‘aandachtsfunctionarissen’ noemen opgeleid. Professionals die al met mensen werken, hebben nu gespecialiseerde kennis over huiselijk geweld en kindermishandeling. Ze zijn getraind om de signalen te herkennen en hebben een interne roadmap ontwikkeld om medewerkers te adviseren over hoe om te gaan met cliënten die mogelijk het slachtoffer zijn van huiselijk geweld of kindermishandeling.
Ingrid en haar collega Desire Frans hebben verschillende instellingen zoals de politie, maatschappelijk werkers en mensen in de medische sector getraind in de juridische aspecten van outreach naar het meldpunt en het aanmelden van een casus. Training over welke stappen moeten worden gevolgd voordat een zaak wordt aangemeld, de privacy van het slachtoffer, hoe informatie moet worden vastgelegd en wat onder hun gezag valt, maar ook wat niet. ‘Bonaire is een kleine gemeenschap’, zegt Ingrid, ‘en veel mensen weten niet dat ze toestemming van hun klant nodig hebben voordat ze informatie met ons delen. De klant moet ook worden geïnformeerd over waar hij precies toestemming voor geeft.'
Voor 2021 stelt de lokale overheid een beleidsplan op om huiselijk geweld en kindermishandeling aan te pakken. Het Taskforce-team is van plan te werken aan een bewustmakingscampagne over huiselijk geweld en kindermishandeling, waarbij de krachten worden gebundeld met andere instellingen op het eiland.
Parallel werken ze aan de opening van een Family Justice Center. Een plek waar slachtoffers alle diensten onder één dak kunnen vinden. ‘Stel je voor dat je slachtoffer bent van huiselijk geweld’, zegt Ingrid, ‘en je moet naar de politie, dan naar de dokter, dan naar maatschappelijk werk en wie weet waar daarna naartoe. Ergens op deze route zul je waarschijnlijk besluiten om naar huis te gaan in plaats van op weer een andere deur te moeten kloppen om hetzelfde verhaal te herhalen en hulp te krijgen.’ Met het Family Justice Center zal er maar één deur zijn waar een slachtoffer aan moet kloppen om alle professionals tegelijk te bereiken.
Als alles volgens plan verloopt, gaat het Family Justice Center begin 2022 open en ondertussen besteedt het team 2021 om samenwerkingen met de verschillende belanghebbenden tot stand te brengen en hun betrokkenheid bij het centrum te verzekeren. Dit is ook een noodzakelijk onderdeel om te kunnen begrijpen wat de behoeften van elke partner zijn op een dergelijke locatie.
NIEUWS UIT STATIA

Statia is misschien een klein eiland, maar het heeft een rijk potentieel. Dirkje de Jong en Monica Smith vertegenwoordigen Statia in de Interlandelijke Taskforce Kinderrechten. Monica kwam vorig jaar in mei bij het team van Statia en we spraken met haar over het opzetten van een Parenting Information Center, dat informatie zal hebben over alles, van prenatale gezinsplanning tot het voorbereiden van adolescenten op het verlaten van huis en naar het buitenland gaan om te studeren. Het centrum zal dienen als een adviesbureau waar ouders langs kunnen lopen voor advies over de ontwikkeling van hun kind en kunnen ook deelnemen aan ouderschapsworkshops en trainingen.
In 2020 identificeerde Monica en nam contact op met belanghebbenden op het gebied van kinderrechten, alle plekken op het eiland waar kinderen tijd doorbrengen. Dit werd gedaan om de lopende projecten en uitdagingen van de belanghebbenden te begrijpen, evenals waar de Taskforce mogelijk interventieprogramma's voor kinderen moet implementeren. De Taskforce heeft ook een steekproef uitgevoerd naar de ervaringen van ouders met afstandsonderwijs tijdens de lockdown. Dit heeft geresulteerd in waardevolle aanbevelingen voor het ministerie, lokale overheidsorganisaties en scholen.
De prioriteiten van de Taskforce voor 2021 zijn onder meer het houden van meer workshops en trainingen en het promoten van meer op informatie gebaseerde interventies. Ze zullen ook werken aan een vroege identificatiestructuur voor kinderen met speciale behoeften. Monica merkte op dat "vroege gezinsondersteuning essentieel is en gemakkelijk toegankelijk moet zijn voor alle ouders."
Om het Parenting Information Centre in de gemeenschap te promoten, heeft de Taskforce informatiemappen en flyers gemaakt en presentaties gegeven over de preventietaken van het openbaar lichaam, evenals de rollen en verantwoordelijkheden van de nieuwe pedagogisch adviseur voor ouders in kinderdagverblijven, scholen, en naschoolse programma's.
NIEUWS UIT ST. MAARTEN

We spraken met Soraya en Faye, beiden afkomstig van de afdeling Jeugd op St. Maarten, om meer te weten te komen over het hoofdproject waaraan ze in 2020 hebben gewerkt, het Jeugdloket. Het Jeugdloket is in 2015 opgericht als resultaat van de Youth Round Table Conference in 2013, waar bijna 300 jongeren tussen 0-24 jaar samenkwamen om onderwerpen te bespreken variërend van sport en cultuur tot nationale identiteit. De aanbevelingen die uit de conferentie kwamen, werden gebruikt om programma's binnen het geïntegreerd jeugdbeleid (IYP) van St. Maarten te herzien, en om nieuwe initiatieven te bespreken en te verkennen om de in het IYP geschetste indicatoren te bereiken.
Een daaropvolgende enquête met 1675 reacties leverde krachtige steun op voor de oprichting van het Jeugdloket, die fungeert als informatiepunt voor jongeren. De afdeling organiseerde ook een innovatiewedstrijd waarbij ze jongeren vroegen wat volgens hen relevante onderwerpen waren die het Jeugdloket moest behandelen. Tienerzwangerschap en immigratie waren de twee onderwerpen die door de respondenten het meest werden genoemd.
Het Jeugdloket begon als een pilootproject heeft een aantal jaar gedraaid waarin ze verschillende activiteiten organiseerden, maar in 2017 moest het sluiten en verhuizen vanwege de verwoesting veroorzaakt door orkaan Irma. In 2019 hervatten Soraya en Faye hun werk nadat voormalig minister Smith zich bereid had verklaard om het Jeugdloket te heropenen.
Het Interlandelijke Taskforce Kinderrechten-team in St. Maarten werkt aan de heroprichting van het Jeugdloket. Ze hebben al een locatie en zijn bezig met het maken van nieuwe programma's die in lijn zijn met het Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Er komt een zakelijk outreach- en plaatsingsprogramma, een bewustmakingscampagne over kinderrechten, een preventiecampagne voor tienerzwangerschappen en programma's voor pesten, groepsdruk en algemene levensvaardigheden.
De regering van St. Maarten hanteert een holistische benadering voor jeugdontwikkeling. Het Departement Jeugd ondersteunt en begeleidt alle andere ministeries met betrekking tot jeugdzaken. Het Jeugdloket zal op interministerieel niveau opereren en ervoor zorgen dat alle zeven ministeries vertegenwoordigd zijn in de programma's van het Jeugdloket. Als een jongere bijvoorbeeld een vraag heeft over studiefinanciering, kan hij/zij op een bepaalde dag bij het Jeugdloket spreken met een vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs. Het Jeugdloket biedt ook ondersteuning en advies aan ouders.
Soraya merkte op dat het hoofddoel van het Jeugdloket is "jongerenparticipatie te vergroten, informatie te delen en ervoor te zorgen dat de regering en ngo's werken aan mogelijkheden voor de jeugd en ondersteuningsprojecten die voortkomen uit het Jeugdloket."
Het Jeugdloket ontwikkelt ook mechanismen waarmee zij op gestandaardiseerde wijze informatie kunnen verzamelen. "We werken ook aan samenwerking met de jeugdraad om hen een sterkere stem te geven en hen te helpen gehoord te worden," zei Soraya. Ze zullen ook andere jongeren inspireren om onder leiding van een coördinator leidinggevende posities op zich te nemen. Dit zal worden gedaan door jongeren in staat te stellen mee te ontwerpen en te helpen bij het coördineren en uitvoeren van bewustmakings- en sensibiliseringscampagnes op scholen.
Op dit moment wacht het team op de bevestiging van de locatie waar het Jeugdloket zal worden gehuisvest. Ondertussen werken ze aan bewustmaking van het Jeugdloket via radio-interviews, persberichten en schoolbezoeken rond het eiland.
Het Departement Jeugd heeft vertraging opgelopen bij de uitvoering van dit project als gevolg van de COVID-19 pandemie, maar ondanks dit en de delicate financiële situatie van St. Maarten heeft de regering besloten om tegen november 2021 het Jeugdloket te lanceren. Het Departement plant binnenkort de ysieke locatie te openen, maar voor nu is het gericht op het digitaal uitbreiden van haar diensten met behulp van UNICEF NL via het Trustfonds van de Wereldbank.